De overlevenden blijven leven met de herinnering
In Vinkt bestaat de herinnering aan de gebeurtenissen van mei 1940 op verschillende manieren.
Vooreerst is er de levende herinnering van de mensen die de gebeurtenissen zelf van dichtbij hebben meegemaakt. Zij vertelden en vertellen het verhaal in hun eigen kring, aan hun familie en bekenden. Op die wijze is ook de huidige generatie via een mondelinge traditie nog op de hoogte van een aantal feiten.
Die levende herinnering heeft zijn meest structurele vorm gekregen in de Verbroedering der Getroffen Families, die mee de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid draagt.
Deze jaarlijkse herdenkingsplechtigheid, die wordt georganiseerd door het stadsbestuur van Deinze, is meteen de geïnstitutionaliseerde vorm waarin de herinnering aan de gebeurtenissen wordt bewaard voor het nageslacht. Zij vormt ook telkens de gelegenheid om de zeer jonge jeugd, de kinderen van de lagere school in Vinkt, te betrekken bij dit stuk lokale geschiedenis met universele betekenis.
De levende herinnering heeft zich ook gematerialiseerd in twee herdenkingsplaten op twee executieplaatsen en in het dodenmonument. Dat laatste werd in 1968 opgericht op initiatief van het Comité Oorlogsgedenkteken en met de materiële en morele steun van de plaatselijke bevolking.
In het spoor van deze herinnering heeft zich reeds in de jaren tachtig op initiatief van Jozef De Vlieger, in samenwerking met Raf Debaene, het bewustzijn ontwikkeld dat een nog systematischer aanpak nodig zou zijn om de herinnering aan de gebeurtenissen te bewaren en de universele betekenis ervan te stimuleren. Daarom nam de vereniging Vinkt mei 1940: waartoe de mens in staat is het initiatief voor de inrichting van een permanent bezoekerscentrum: de Reflectieruimte Vinkt 1940.